Vierenveertig komma vier kilometer, vier bochten, windkracht 4 tegen. Dat is samengevat de Afsluitdijkmarathon. Kan het veel saaier? Nee, dat lukt niet, tenzij iemand nog een parcours weet uit te zetten zonder bochten.
’s Ochtends heb ik eerst Henk Vermaas opgehaald in Overschie. Henk woont aan een, voor Rotterdam, bijzondere plek. Voor zijn deur liep het parcours voor de Rotterdam Marathon van 1926. De vroegere bewoners van zijn huis moeten de achttien jarige Kemp van D.O.S. hebben zien lopen. Dit Rotterdamse talent liep toen 3 uur en 7 minuten op de marathon, heen en weer van Rotterdam naar Delft.
De inschrijving voor de Afsluitdijkmarathon was slechts 75 dubbeltjes, verwijzend naar het 75 jarig bestaan van de Afsluitdijk.
Het parcours hadden we noodgedwongen al verkend, druk pratend over hardlopen en wielrennen miste ik de afslag naar Den Oever met als gevolg dat we de Afsluitdijk opreden. Gelukkig kan je na 21 km bij Breezand keren. We waren nog ruim op tijd bij Cafe De Harmonie in Hippolytushoef. Inschrijven in de kroeg. Voor de pui buiten stonden kratjes klaar voor het transport van de zelf meegebrachte drinkflesjes. Keurig op volgorde van de vijf kilometerpunten. In de aanhanger van SV Friesland, de organiserende club, konden de kledingtassen worden meegegeven. Netjes geregeld allemaal.
De start was voor het gemeentehuis. Wat volgde was een dodelijk saaie loop. Links dijk, rechts auto’s en het IJsselmeer. Vanwege de wind tegen ben ik al gauw met een groepje gaan lopen. Uiteindelijk was ik weer die domme kracht die het grootste deel op kop liep. De enige andere die af en toe de kop overnam haakte halverwege af, een groot deel was er toen al afgewaaid. De twee enige overgebleven lopers deden geen enkele moeite om achter mij vandaan te komen. We waren de dijk nog niet af of ze liepen mij gezamenlijk voorbij.
Het systeem met de eigen drinkflesjes in kratten werkte niet helemaal optimaal. Op het tien kilometerpunt zag ik het 30 km kratje staan, op het vijftien kilometerpunt, waar ik mijn flesje met gelletje verwachtte stond niets. Een paar kilometer verder kwam een verhitte jongen in de voor ons tegenovergestelde richting aanfietsen met de bewuste krat op zijn fiets. Na wat roepen keerde hij om. Ook de tegenwind speelde hem parten want het duurde een tijdje voordat hij ons had bijgehaald. Maar ik had mijn flesje en nog belangrijker, mijn energiegelletje. Het ging op de volgende posten wel goed. Over de verzorging dan verder ook alle lof.
Het tempo zat er met dertien km per uur lekker in. Onderweg werd ons nog nageroepen dat we als zevende doorkwamen. Zo tegen het einde van de dijk was het beste er toch wel af. De hele tijd wind tegen ging mij een beetje vervelen. Op het 35 km punt haalde ik Henk in. Henk hoort met zijn 49 jaar nog steeds tot de snelste lopers van het Rotterdamse Ambtenarengilde maar vandaag had hij zijn dag niet. Ik stopte hem mijn laatste gelletje toe en liep rustig door. Mijn tempo was ook al dramatisch minder maar ik kon toch nog een beetje blijven lopen. Een paar kilometer verder liep Henk weer voorbij. Een klein minuutje achter Henk kwam ik in Witmarsum aan. 3:36:15 klokte ik op mijn horloge. Na een korte douchebeurt stond de bus naar Hippolytushoef klaar. Die dijk ligt er niet om over hard te lopen. Op de fiets doe ik het wel graag, met de auto is het soms een noodzakelijk kwaad. Maar hardlopen, nee? Eén keertje was leuk, maar dat is ook dan wel genoeg.