“Chocolademelk beter na sport dan sportdrank” kopten diverse internetsites de afgelopen maand.
Het Belgische gezondheidsmagazine Bodytalk schreef dat je na het sporten beter chocolademelk kan drinken om je vocht- en suikertekorten aan te vullen dan sportdrank. Volgens het tijdschrift blijkt chocolademelk veel beter die tekorten aan te vullen. Het waarom was nog niet helemaal duidelijk. Moeten wij als ultralopers nu allemaal aan de chocomel? Het is altijd aardig om eens verder te kijken. Waar komt zo’n verhaal vandaan. Het Belgische blad noemt zich een onafhankelijk maandblad over gezond en langer leven, dat wetenschappelijk onderbouwde wetenswaardigheden toegankelijk maakt. Zonder franjes en zonder nonsens. Op een vraag naar de achtergrond van het chocolademelkbericht kregen wij van Ultraplatform geen reactie. Maar dankzij de juiste trefwoorden in Google komen we ook een heel eind.
Al in 2006 publiceerden een groep wetenschappers van de Universiteit van Indiana het artikel ‘Chocolate Milk as a Post-Exercise Recovery Aid’ in het International Journal of Sport Nutrition and Exercise Metabolism. De onderzoekers onder leiding van Jason Karp lieten negen goed getrainde wielrenners van wielrenteam van de universiteit een stevige intervaltraining uitvoeren. Direct na de training kregen de atleten chocolademelk, een sportdrank (Gatorade) of een energiedrank (Endurox) te drinken. En twee uur later kregen ze nogmaals hetzelfde drankje. Na vier uur rust mochten de atleten weer aan de bak. Fietsen op 70% VO2-max totdat ze uitgeput waren. Wat bleek na afloop van het onderzoek, de wielrenners die chocolademelk of de Gatorade hadden gedronken presteerden significant beter dan de mannen die Endurox hadden gedronken.
De conclusie die de onderzoekers trokken: Chocolademelk is een effectieve hersteldrank! Mijn inziens iets kort door de bocht. Want de conclusie had ook kunnen zijn: Endurox is geen goede hersteldrank ten opzichte van chocolademelk en Gatorade. Maar de nadruk lag op de chocolademelk. Niet gek natuurlijk want het onderzoek werd gesponsord door de melkindustrie.
Nu drie jaar later komt het verhaal over de chocolademelk als sportdrank weer in de media. Nu is de komkommertijd voor veel marketingbureau’s een mooi moment om wat onder de aandacht te brengen. Zo ook deze keer. De aanleiding was een gelijksoortig onderzoek als drie jaar geleden. Nu uitgevoerd door een Engelse groep wetenschappers. Twee onderzoekers, Kevin Thomas en Emma Stevenson zijn van de School of Psychology and Sports Sciences van de Northumbria University. De derde onderzoeker is Penelope Morris van Mars. Niet van de vierde planeet van ons zonnestelsel maar van de maker van de bekende chocoladerepen en tegenwoordig ook van, u raadt het al, chocolademelk.
Het doet mij denken aan de befaamde reclamezin van een schoonmaakmiddel: “Wij van W.C.-Eend adviseren, W.C.-Eend!”
Maar eerlijk is eerlijk, het is bijna onmogelijk om onderzoek te doen zonder de financiële steun van het bedrijfsleven. Het onderzoek van Thomas en zijn collega’s, “Improved endurance capacity following chocolate milk consumption compared with 2 commercially available sports drinks” is gepubliceerd in het tijdschrift Applied Physiology, Nutrition, and Metabolism. De opzet is min of meer hetzelfde als dat van de groep uit de Verenigde Staten, de uitkomst deze keer was dat de wielrenners respectievelijk 51% en 43% langer fietsten na het drinken van chocolademelk dan de hersteldrank met koolhydraten en de sportdrank. We vroegen Peter Res, onderzoeker op de Universiteit van Maastricht én voedingsdeskundige van de wielerploeg van de Rabobank en van Team Distance Runners om zijn mening: “Dat eiwit in hersteldrank poitief werkt is al bekend sinds het onderzoek van Zawadzki in 1992. Sindsdien is er na meer onderzoek redelijk consensus gekomen over het nut van eiwit in herstelvoeding.
De studie van Karp was niet isocalorisch (verschillende hoeveelheid energie), hoewel de dorstlesser, met de minste energie, het net zo goed deed als de chocomel. In de studie van Thomas gaf de chocolademelk de beste resultaten. Dat chocomel met eiwit beter werkt dan de “fluid replacement drink” zonder eiwit mag geen verrassing zijn. Dat het ook beter werkt dan de herstelvoeding met eiwit vind ik wel verrassend. Het dient wel vermeld te worden dat de proefpersonen in de glycogeen depletie bij de “carbohydrate replacement drank” al wel 21 minuten langer gefietst hadden dan bij de chocolademelk trial (54 vs 75 minuten). Daadwerkelijke depletie van spierglycogeen door middel van biopten is niet gemeten, dus het blijft onzeker of de beginwaarden van uitputting gelijk waren.
Graag zou ik de resultaten nog eens bevestigd zien in onafhankelijk onderzoek. Wat op dit moment ook nog mist is een plausibel werkingsmechanisme waarom chocolademelk beter is dan koolhydraat-eiwit herstelvoeding. Het voornaamste verschil lijkt te zitten in het vetgehalte, maar het lijkt me zeer onwaarschijnlijk dat tekort aan vet in de andere trials de beperkende factor is geweest in de laatste inspanning. In deze onderzoeken is bovendien plasma vrije vetzuren niet gemeten, dus lastig om uitspraken over te doen. Blijft dat chocomel een prima middel is om te herstellen: koolhydraten, eiwit, electrolyten en vocht, eigenlijk alles wat je na inspanning nodig hebt om aan te vullen. Dat chocomel beter is dan de koolhydraat-eiwit dranken die nu op de markt zijn betwijfel ik nog, maar ik zie ook geen reden waarom het minder goed zou zijn.”
Als u aan de chocolademelk gaat, kijk dan even op de verpakking van de chocomel van uw keuze. Een snel onderzoekje in de supermarkt leerde mij dat er verschillen zijn tussen de diverse merken voor wat betreft het eiwitgehalte. Hoewel het, volgens Peter Res, nooit onderzocht is na duurtraining, maar na krachttraining lijkt de ideale dosis rond de 20 gram eiwit te liggen. Dit komt overeen met iets minder dan 10 gram essentiële aminozuren. Met een eiwitgehalte van rond de 4 gram/ 100 ml kom je dan uit op een halve liter chocomel.