Running Nu
Call Us Free: 1-800-123-4567

Trailrunning voor beginners #3: eten en drinken

Trailrunning voor beginners #3: eten en drinken

Eten en drinken is ook voor een trail belangrijk. Vaak zie je bij trails echter weinig verzorgingspunten. Dat is één van de belangrijkste dingen om mee rekening te houden. Op de korte trails is eten en drinken niet zo belangrijk maar als het langer wordt dan anderhalf uur of als de weersomstandigheden veel vergen van de atleet dan gaat het zeker spelen.

Het is dus zaak om je van te voren goed in te lezen over wat je te wachten staat. De meeste trails hebben wel een site met de nodige informatie. Anders is er op fora van de bekende discussiesites wel informatie te vinden of te vragen. Check de informatie op de website op het aantal verzorgingsposten en kijk goed naar het hoogteprofiel. Tien kilometer op de Veluwe is wat anders dan tien kilometer in de Alpen met vijfhonderd of meer hoogtemeters.
Om een indruk te krijgen van de zwaarte is het ook handig om uitslagen van vorige edities te bekijken.

Hoeveel eten en drinken heb je nodig op de lange trails? Natuurlijk verschilt dat van persoon tot persoon maar een handige vuistregel is altijd: hoeveel verbruik ik op een wedstrijd die qua tijdsduur ongeveer even langs is. Als het langer is dan anderhalf uur dan neem ik meestal energie mee in de vorm van gelletjes en energierepen. Omdat de snelheid minder hoog ligt dan bij wegwedstrijden gebruik ik meestal een gelletje (20 gram koolhydraten) per half uur terwijl ik bij wegwedstrijden van veertig tot zestig kilometer zo’n 40 tot 50 gram koolhydraten per half uur probeer weg te werken.
Het aanbod van voeding bij de drankposten wisselt erg per wedstrijd. Als je geluk hebt beschrijft de organisator het op zijn site. Zo niet, schroom dan niet om het te vragen! Want naast de 20 gram koolhydraten per half uur probeer ik op de verzorgingspost altijd even goed te eten.

Omdat de verzorgingsposten vaak ver uit elkaar liggen is het ook nodig om drinken mee te nemen. Een uur tussen twee posten is geen uitzondering en dat betekent dat je al gauw een liter drinken mee moet nemen. Dan zijn de gewone heupbanden met een paar kleine flesjes al snel onvoldoende. Veel atleten lopen dan ook met een rugzakje met daarin een waterzak.
Die zakken kunnen meestal zo’n twee liter water bevatten. Zelf geef ik de voorkeur aan een rugzakje met twee bidonhouders. Dan kan je echter niet meer dan één liter meenemen. Het voordeel van bidons boven een waterzak vind ik dat ik meer zicht heb op de hoeveelheid dat ik drink en dat ik de bidons sneller bijvul dan een waterzak bij een drankpost.
De rugzak kan je ook gebruiken om gelletjes en energierepen mee te nemen. Als je net als ik één gelletje per half uur gebruikt dan heb je er bij een langere trail al gauw een stuk of acht bij je.

Belangrijk is dus altijd om je goed te verdiepen in wat de organisatie aanbiedt. Daar kan je je eet- en drinkstrategie op aanpassen en de keuze maken welke rugzak je meeneemt naar de wedstrijd. Bij ultratrails is er soms de verplichting tot het meenemen van een vastgestelde hoeveelheid water en koolhydraten! En niet iedere organisatie schenkt water en sportdrank uit bekertjes. Men verwacht of verplicht je dat je zelf zorgt voor een drinkbeker. En bij verplichting geldt, meenemen van zo’n beker van de start tot en met de finish! Een prima milieuvriendelijke manier van werken trouwens!

Lees ook deel 1: introductie en deel 2: schoenen en kleding
Dit artikel is op 29 juni 2012 gepubliceerd op Prorun.nl

Laat een reactie achter

"De finish is niet het einde van het lopen..." (Ultraloper Jan Knippenberg)