Hoe snel legt de 1.72 meter hoge Ten Kate een halve marathon af, indien hij zich op de laatste vijf kilometer met een uiterste krachtsinspanning moet verweren? Of als hij zich optimaal voorbereidt? De 1.01.34 kwam nu tot stand in een veredelde snelheidstraining aan het slot van een week waarin hij 230 kilometer aflegde (inclusief een baantraining waarin duizendjes van 2.58 via 2.49 tot een finale van 2.35 werden gerealiseerd).
Dit bovenstaande vroeg Rob Velthuis, verslaggever van het hardlooptijdschrift Runners zich af na de vijftiende editie van de CPC. Ook Marti ten Kate zelf vraagt zich dat hedentendage wel af: “Het is jammer dat ik CPC nooit heb gelopen als doel op zich. Het was altijd een halve marathon terwijl je in voorbereiding was op een voorjaarsmarathon. In die tijd was er ook nog geen WK halve marathon, dus tijden op een halve zeiden iedereen heel weinig.”
Marti won de CPC maar liefst vier keer. Van 1986 tot en met 1990 was hij onklopbaar in Den Haag. Het bovengenoemde citaat uit de Runners stamt uit 1989, toen hij tot het kilometerpunt 16 nog enige tegenstand had van de Belg Hellebuyck.
Het jaar ervoor was hij met John Vermeule degene die de harde wind wist te trotseren. Samen namen ze in het begin van de wedstrijd de kop en gaven op een uitzondering na niemand de kans om voorop te lopen. Profiterend van de wind snelde Ten Kate naar 1.02.20, op dertig tellen gevolgd door John Vermeule. Grote afwezige was Cor Lambregts. De Limburger was herstellende van een griep en Ten Kate vermoedde dat ze gedrieën een kans hadden om onder de 1.02 te lopen, dicht in de buurt van het parcoursrecord van Lambregts.
Maar tijden laten zich in Den Haag slecht vergelijken. Marti: “Tijden op de CPC waren überhaupt moeilijk te vergelijken, hoewel het parkoers vaak wel grotendeels hetzelfde was. Maar met name de wind was altijd een belangrijke factor. Mooist was het als je in het begin met tegenwind richting kust liep en dan het stuk vanaf 15 kilometer met storm in de rug terug.”
De eerste overwinning van Marti ten Kate was tijdens de dertiende editie. Dertien was met recht een ongeluksgetal. Met een tekort van 2,5 ton op de begroting, een Koningin die een feestje vierde waardoor de start en finish naar het ongezellige Malieveld was verplaatst én een dag waar de weergoden zich van hun meest onvriendelijke kant lieten zien. Een ijskoude wind gepaard met gure regen. De Belg Hagelsteens leek in de laatste fase de beste papieren te hebben maar Marti ten Kate wist de Belg bij te houden en zelfs te verslaan. Met 1.03.14 was hij Alex Hagelsteens acht seconden voor.
Voor Marti was de CPC ook een soort uitje na een zware trainingsweek: “Voor mij en mijn vrouw was CPC vooral altijd een weekend Kijkduin. Vaak kwamen we al op vrijdag met op zaterdag dan de wedstrijd en op zondag terug naar huis, dus heerlijk een ontspannen weekend aan de kust. Op zaterdagavond na de wedstrijd was het dan altijd met alle genodigde atleten ergens eten, één keer zelf in Des Indes. Dat was heel sjiek en toen mochten niet eerst de atleten eten, maar waren eerst de Haagse notabelen aan de beurt. Vaak was het eten ook in een Italiaans Restaurant op Kijkduin.”
De laatste overwinning was in 1990, een wedstrijd in de zon! Ruim 6000 halve marathonlopers stonden aan de start. Bij de dames won Beurskens met, zoals de Runners schreef, ‘n Ten Kate bril!
De Limburgse liep een tijd van 1.10.04, een kleine acht minuten na Marti ten Kate, die na een eerste tien kilometer in 29.02 1.02.24 wist te noteren.