Als ik nieuwe schoenen krijg dan is het eerste wat ik doe is de weegschaal uit de keuken halen. Zoals wielrenners grammen proberen te besparen om hun materiaal doe ik dat al een tijdje bij mijn schoenen. “”Schoenenverkoper, mag het een onsje minder zijn?” Dus toen onlangs er een doos met een paar mooie Nikes werd afgeleverd gingen ze eerst op de weegschaal. Mijn bijna versleten Nike Lunar Racers staan met 222 gram als lekker licht te boek.
Maar nu kreeg ik een paar Nike Lunar Eclipse. Tot mijn schrik gaf de weegschaal bijna vier ons aan! 388 gram om precies te zijn, voor mijn schoenmaat 46. Maar als testloper moet je natuurlijk niet alleen kijken naar het gewicht van de schoen en ook nog proberen je in te leven in wat andere atleten zoeken in een schoen.
Dus deel twee van de test. De pasvorm. Schoenen moeten direct goed zitten. Ik geloof niet zo in die verhalen dat je ze eerst moet inlopen en dat ze dan pas lekker gaan zitten. Natuurlijk moet je ze inlopen, maar meer om je banden en pezen te laten wennen aan een andere schoenleest dan dat de schoen moet wennen aan jou. Deze Nikes zaten direct als pantoffels! Een lekker zachte binnenzool, geen vervelende afwerkrandjes aan de binnenkant en geen stugge delen op de verkeerde plekken. Dus prima. Ik kreeg gelijk zin om te gaan trainen.
De eerste keer ben ik altijd een beetje voorzichtig. Zeker als het een voor mij nieuw model betreft. Nu moet ik zeggen, ik loop altijd makkelijk weg op nieuwe schoenen. In meer dan 25 jaar hardlopen heb ik al ontelbare schoenen gehad. Erg merktrouw ben ik niet, en met een neutrale schoen kan ik altijd wel uit de voeten. Omdat de schoenen gewoon lekker zitten is het makkelijk lopen. Toch merkte ik wel dat het verschil in hoogte tussen hak en teen veel meer is dan mijn Saucony Kinvara’s waar ik de laatste maanden veel op liep. Nu valt die in de categorie “minimalistische schoenen” dus is de vergelijking niet helemaal eerlijk.
Wat maakt deze schoen nu zoveel anders dan andere schoenen? Het opvallendste detail is de kunststof hielkap aan de buitenkant van de schoen. Het idee is dat de voet beter op plaats wordt gehouden en dat het overpronatie tegengaat. Daardoor voelt de schoen voor mij erg comfortabel aan. Een clubgenoot van mij heeft een jaar geleden een zware enkeloperatie gehad en begint langzaam maar zeker weer kilometers te maken. Hij is erg te spreken over de ondersteuning die de hielkap geeft.
Nike is nogal enthousiast over het zogenaamde “Dynamic Support”. De tussenzool is in plaats van plat met een traditioneel antipronatieblok gevormd als een kuip welke als een soort wig fungeert. De binnenzool past keurig in die kuip. Met dit principe wordt, volgens Nike, de pronatie geleidelijker opgeheven in tegen stelling tot een blok wat een abruptere opheffing geeft. De geleidelijkere antipronatie zou zorgen voor een betere voetafwikkeling. Met mijn neutrale afwikkeling kan ik niet zeggen of dit systeem nu echt goed werkt. Het klinkt allemaal logisch maar dat idee heb ik wel vaker met marketingtermologie.
U vraagt zich misschien af, maar wat vind hij van de kleuren en het model? Tja, dat interesseert mij persoonlijk erg weinig. Maar de kinderen van de jeugdgroep die ik training geef reageerden erg positief! Dus dat zit wel goed 🙂