Het geïllustreerde weekblad “Het Leven” organiseerde in de jaren dertig van de vorige eeuw geregeld marathons in samenwerking met een lokale atletiekvereniging. In 1937 werd voor het eerst samengewerkt met Pro Patria, de roemruchte club die later is opgegaan in de Pro Patria ALO Combinatie, PAC.
Op 11 juli 1937, na negen jaar zonder marathon, stond eindelijk weer groep lopers aan de start voor een avontuur van 42,195 kilometer. Het vertrek was op de sintelbaan van Nenijto aan de Benticklaan. Na een route van ruim zes kilometer, rondom het stuk polder waar sinds 1940 Diergaarde Blijdorp ligt, ging het parcours door de stad naar de Kralingse Plas, over de Hoofdweg naar Nieuwerkerk. Even voorbij de theetuin van Wensveen lag het keerpunt.
De Belgen Meskens en Nevens hadden op het zes kilometerpunt al een aanmerkelijke voorsprong op Groeneweg en Walbeek. De sterk lopende Bram Groeneweg wist op de terugweg tegen de wind in Nevens toch terug te pakken. Meskens was een klasse apart. Met 2.44.14 liep hij een internationaal aansprekende tijd. Groeneweg werd onder luid applaus verwelkomt op de sintelbaan, tien minuten achter Meskens. De tijd van Groeneweg, 2.54.03,6 was de één na snelste tijd gelopen door een Nederlander.
Opvallend waren ook de prestaties van vader en zoon Wey uit Apeldoorn. Zaterdagavond waren zij te voet uit Apeldoorn vertrokken om de volgende dag te starten op de marathon. Zij finishten als tiende en dertiende.
Uitslag van de zesde Rotterdamse marathon:
Meskens 2.44.14
Groeneweg 2.54.03,6
Nevens 2.56.03,4
Tessers
van Leenen